Een TUT voor twee TUTTEN of: hoe haak je in de rondte.

'Mam, wil je een haakavond voor Plezier en mij houden? Plezier haakt de hele dag, maar ze heeft nu al zoveel pannenlappen en ze weet niet hoe ze rond moet haken...'

Plezier, moet je weten, is al heel lang de vriendin van Majlis. Zware tijden waren het soms, zeg ik als moeder. Toen ze 13 waren deden ze alles wat God op die leeftijd zeker zou verbieden en op zwarte zware schoenen, met zwarte lange rokken, met zwarte lippen en met een zwarte blik traden zij de wereld tegemoet.

Als moeder weet je het dan niet meer en gelukkig was daar een wijze oude(re) vrouw die me dan geruststelde. 'Ach', zei ze dan, 'het komt wel weer goed. Wat je erin hebt gestopt komt er ooit weer uit. Ik weet niet of jij dat meemaakt, maar ooit......ooit komt het er weer uit'. En ook: 'Dan heb je later in het bejaardenhuis tenminste leuke verhalen te vertellen. Als ze alles volgens het boekje doen, ben je later snel uitgepraat'.  Dus Plezier vierde Sinterklaas bij ons, Plezier ging mee naar Vlieland........ en natuurlijk kwam het niet daardoor, maar het zijn uiteindelijk gewoon verstandige meiden geworden.
Ik ben trots op mijn dochter, maar zeker ook op Plezier.
Zij valt en staat op en valt en staat op......en ze haakt.
Engeltjes zijn het nu, allebei.

'Mam, ik ben bij Plezier en ik haak ook. We zitten op de bank met een pot thee en we haken'.
Inmiddels een dikke tien jaar later.

Majlis en Plezier....speciaal voor jullie een TUT!!!!!
De TUT: 'Hoe haak ik in de rondte'.

Haken is een prettige bezigheid omdat je, binnen grenzen, zomaar iets kunt doen. Je mag gewoon twee steken in één onderlliggende steek maken, als je wilt dat je werk wijder wordt. Je mag ook rustig een onderliggende steek overslaan als je wilt dat je werk strakker wordt.

Afijn, daar gaan we.
1e toer:
Haak 5 lossen en sluit dan het rondje (steek in de eerste steek in) met een halve vast (door de 1e steek steken, draad omslaan en in één keer de steek afmaken)

2e toer:
Je begint met 1 losse. Dan haak je in je rondje steeds een vaste, steek na steek......net zolang tot het rondje vol is. Je kunt die steken wat aanschuiven, en het moeten er wel een stuk of 12 worden.
En je eindigt weer met het sluiten van deze toer, een halve vaste.

3e toer (groen bij mij):
Je begint met 1 losse. Nu haak je in de eerste steek 1 vaste en in de volgende steek 2 vasten. Dat wissel je af, de ene keer 1, de andere keer twee. Tot je weer helemaal rond bent en sluit met een halve vaste.

4e toer:(weer rood bij mij)
Je begint met 1 losse. In de eerste twee steken gewoon 1 vaste, in de derde 2. Dat wissel je af tot het eind


Feitelijk is dat het principe van rond haken. Een beetje systeem en veel op gevoel.
Wil je dat je werk plat blijft, dan moet je blijven meerderen.....leg je werk steeds op tafel en zie of het plat blijft. Als het krom trekt.....moet je meer steken haken (probeer die te verdelen over de hele toer). Als je werk bobbelig wordt, dan meerder je teveel en moet je (ook weer verdeeld over de toer) minder steken meerderen.

Vind je dat je ronde pannenlap groot genoeg is, dan zou je er nog een picootje langs kunnen haken........
Je haakt drie lossen(bij mij weer groen) en maakt dan in de 1e losse een vaste. Dan heb je al een puntje. Dat leg je langs het randje van je haakwerk en zet je vast met een halve vaste. De ene keer moet je daarvoor een steek overslaan, de andere keer hoeft dat niet. Je moet het er gewoon glad langs leggen en kijken waar de halve vaste moet komen.

Lieve meiden, bengeltjes van weleer en ware engeltjes nu.....veel plezier en tot snel op een handwerk-avond...........want dit is niet in plaats van, maar en/en!