zaterdag 6 juli 2013
Een eik op de hei.
Vandaag is het 6 juli, de eerste dag van de vakantie. Ik kan wel bedenken dat ik uit wil slapen, maar klokke 6 ben ik klaarwakker. Mijn schema van de afgelopen weken. De gordijnen zijn open, licht valt naar binnen. Het wordt een mooie dag. En ik moet eruit.
Vandaag zou mijn moeder 77 zijn geworden.
Ik herinner me nog goed dat mijn vader en ik de as van mijn moeder uit het crematorium ophaalden.
Zowel mijn vader als mijn zus voelden er weinig voor die as tot moment van verstrooien in huis te hebben.
En dus bewaarde ik de as. En waar? Hm, ik zou wel zien dacht ik.
Nu moet je weten dat mijn moeder weinig taboes kende. Zij had overal een mening over of op zijn minst een grote mond. Zij kende dus maar weinig taboes en al zeker niet rondom de dood. Zij verfoeide stille begrafenissen. 'Je mag best huilen, maar ik wil dat iedereen blij is om elkaar te zien en proost op het leven.' En dat deden we anderhalf jaar geleden. Niet in de koffiekamer van het crematorium. Maar in een kroeg verderop. En dus vertel ik hier over haar as.
In het crematorium werden we ontvangen in een kamer waar mijn moeder nooit in ontvangen had willen worden. In een stilte die mijn moeder zeker met net iets te luide stem verbroken zou hebben.
De man in kwestie kwam met een donkerblauwe cadeau-tas en een soort Magnum-wijn-verpakking over het hoogpolige tapijt op ons toe.
Hij deed denken aan de 'vieze man' van van Kooten en de Bie'.
'Weet U al waar U de as gaat verstrooooooooooooooooien?'
Ja, dat wisten wij al.
Het gesprek ging verder.
'Is het in de buurt van Appelscha?' (wij haalden de as op in Twente)
Ja dat beaamden we.
'Weet U wel dat dat illegaal is?'
Ja, dat wisten we ook.
Mijn moeder op de tafel, wij zwijgend aan beide zijden en die man in zijn net te grote pak die maar tips bleef geven.......
Ja, dat van die wind hadden we zelf al bedacht....en nee, het plaatje met het nummer zouden we niet mee-verstrooien......'Want dan zijn jullie te traceren'. (ik kon alleen nog die stem en dat tongetje van de Vieze man zien)
Ik had een emmer achter mijn stoel in de auto staan zodat de cadeau-verpakking niet om zou vallen en we hadden eerst vijf minuten de slappe lach toen we op de terugweg waren. Mijn vader wilde niet eens naar die bus kijken en ik reed aan het eind van de dag naar huis.
Dezelfde weg die ik zo vaak reed op de meest onmogelijke tijden toen zij zo ziek was. Omdat ik dan weer opgeroepen werd en direct moest komen. Hoe had ik dat volgehouden?
Een weg waar je alleen maar 80 mag rijden en ook niet sneller kunt omdat er altijd een vrachtwagen voor je zit......
Ik zong, praatte met mijn moeder en vond mezelf een hele piet.....ik in mijn kleine autootje, met mijn moeder achter mijn stoel. Vlak voor Ommen kreeg ik het warm en begon te zweten en in Ommen haalde ik vuilniszakken bij de AH. Ineens vond ik mijn auto te klein en mijn moeder te dichtbij.
'Mam, je bent een beetje te dichtbij.....ik zet je in de achterbak'. Ik zie me nog staan daar op de parkeerplaats.
Thuisgekomen hoorde ik weer die stem van die man. 'U moet de doos niet openmaken hoor, dat gaat alleen maar stuiven....'
En dus maakte ik de doos open en haalde het plaatje eruit. Ik verbaasde me over het gewicht van zo'n asbus en die stond daar midden in de kamer. Toen het donker werd, vond ik het weer te dichtbij. Ik heb de tas met bus terug gezet in de auto. (en de volgende dag er weer uit).
Met het verstrijken van de tijd kreeg ik minder moeite met de as. En toen de dag van verstrooien in zicht kwam, vond ik het ineens te veel om àlles te verstrooien. En dus heb ik een potje genomen en daar wat as in gedaan (dat is ook nog best een toer)
Mijn moeder wilde op de hei bij Appelscha verstrooid worden en dus deden we dat.
Mijn zus en man met kinderen, ik met Lief en kinderen en mijn vader togen op een vroege ochtend naar Appelscha. Rugzak op en uiteraard zonnebloemen mee. Haar lievelingsbloemen.
Mijn zus had een boom uitgezocht en mijn vader, zij en ik verstrooiden haar vanuit het dalletje spiraalsgewijs tot onder de boom.
Deze boom.
En natuurlijk voel ik en weet ik dat mijn moeder meer is dan die as......ik spreek haar nog af en toe. Maar het helpt me om het heel plastisch voor te stellen. Om het een plek te geven.
Natuurlijk hadden we zonnebloemen bij ons.
Die weg naar Twente reed ik sindsdien natuurlijk vaker. Maar de zorgen om mijn zieke moeder zijn voor altijd met die weg verbonden. Straks rijd ik die weg naar Twente weer.
Met zonnebloemen.
Voor mijn vader. Gisteravond belde hij. We konden er niet te vroeg zijn want hij moest nog bloemen halen bij de bloemist. 'Je hebt vast wel een idee wat ik besteld heb?' vroeg hij. 'Rozen!' zei ik. En we lachten.
Labels:
de dood,
Heide,
het leven.,
mijn moeder,
overpeinzingen
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Ontroerd door je intieme verhaal. C'est la vie.
BeantwoordenVerwijderenWat een prachtig verhaal.. heel ontroerend.... Dank je voor het delen!!
BeantwoordenVerwijderenWat mooi! Je moeder klinkt als iemand die je gekend had willen hebben
BeantwoordenVerwijderenMooi geschreven. Ik ben er een beetje stil van.
BeantwoordenVerwijderenHumor en ernst in één verhaal over de vrouw die je het meest dierbaar moet zijn geweest. Mooi.
BeantwoordenVerwijderenKen ik je blog nog maar net en dan gelijk zo'n bijzonder stuk lezen. Wat een prachtig verhaal is dit.
BeantwoordenVerwijderen