Zoonlief komt thuis. Na het bespreken van de dag stelt hij mij een vraag.
'Mam, zou jij in de toekomst willen kijken?'
Zonder twijfelen antwoord ik 'Nee'.
'Maar dan misschien voor even?'
'Nee, al zeker niet voor even........dan zou ik wellicht dingen zien die ik niet wil en zal ik bij alles wat ik nu doe, bedenken hoe ik die dingen kan vermijden'.
'Mam, zou jij onsterfelijk willen zijn? Maar dan ook zo, dat je een eventuele kogel niet zou voelen?'
'Nee, ik geloof niet dat ik dat zou willen.....'.
Hij vliegt naar boven en ik roep onder aan de trap:
'En jij dan?'
Terwijl zijn computer allang weer staat te draaien roept hij naar beneden:
'Nee, ik ook niet, maar ik denk dat als het een reële keus zou zijn, het moeilijker is om nee te zeggen'.
Moeders met zonen van 18. Het gaat niet om de kwantiteit (of kwanti-TIJD......pfff, het geheel duurde misschien 4 minuten), maar om de kwaliteit.
Ik dacht meteen aan een boek en aan een gedicht:
Het boek van Koos Meinderts en Harrie Jekkers: Ballade van de dood.
Over een koning die zo bang is om dood te gaan en het plan opvat om de Dood te vangen. Dat lukt ook, maar daardoor sterft er niemand meer, wordt de aarde vol en verveelt iedereen zich vreselijk.
Uiteindelijk willen ze de Dood vrijlaten, maar niemand durft. De koning besluit dan om zelf de Dood te bevrijden, waardoor hij de eerste is die in zijn armen sterft....
'Leve de Dood!' riep het volk dolgelukkig
en ze leefden nog lang en stierven....gelukkig!
Voor een hypochonder als deze schrijfster is bovenstaande bijna als mantra boven het bed te hangen..
En dan dit gedicht. Zo prachtig omdat het verwoordt waarvoor ik angst zou hebben als ik in de toekomst zou kunnen kijken.......
De tuinman en de dood
Een Perzisch Edelman:
Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in: "Heer, Heer, één ogenblik!
Mijn woning in: "Heer, Heer, één ogenblik!
Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.
Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.
Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.
Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!" -
Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!" -
Van middag (lang reeds was hij heengespoed)
Heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet.
Heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet.
"Waarom," zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
"Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?"
"Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?"
Glimlachend antwoordt hij: "Geen dreiging was 't,
Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,
Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,
Toen 'k 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan,
Die 'k 's avonds halen moest in Ispahaan."
Die 'k 's avonds halen moest in Ispahaan."
Ik kende alleen het laatste gedicht. Naar dat andere boeke ga ik eens even op zoek. En inderdaad: Proost, op het leven!
BeantwoordenVerwijderenBijzonder gesprekje zo met je zoon.. De ballade van de dood hebben wij hier op een LP (Ja die grote zwarte platen,..misschien weet je dat nog wel ;) van het Klein Orkest (Met een roltrap naar de maan) Dan leest Harrie Jekkers het hele verhaal op muziek (zoals alleen Harrie Jekkers dat kan). Wij en onze kinderen luisteren er vaak naar. Mooi is die..
BeantwoordenVerwijderen